Dit zegt onderzoeker Liesbeth Hallers in haar promotieonderzoek voor de Universiteit Leiden.
Speelgoed
Voor haar onderzoek bezocht Hallers vier jaar lang vierhonderd gezinnen. Ze observeerde de kinderen zowel als ze alleen waren met hun moeder als met hun vader. De ouder en hun kind kwam in verschillende situaties terecht. Zo legde Hallers speelgoed neer dat veel geluid maakte en waar kinderen niet mee mochten spelen. Vaders bleken veel vaker toe te staan dat er toch met het speelgoed werd gespeeld dan moeders.
Werkende ouders
Hallers vermoedt dat het verschil tussen moeders en vaders te maken heeft met de taakverdeling in het gezin en de tijd die ouders met hun kind doorbrengen. ‘Moeders brengen meer tijd door met hun kind dan vaders en zullen bepaald gedrag van hun kind sneller herkennen’. Hoeveel uren de ouders werkten, had geen invloed op de opvoeding.
Ongehoorzaam
Kinderen die ongehoorzaam waren, kregen vaker te maken met een strenge moeder dan met een strenge vader. Hallers zag ook dat kinderen desondanks bij de vader niet ongehoorzamer waren dan bij de moeder. Dat vaders op basis van de conclusie van haar onderzoek slechtere opvoeders zijn, gaat er bij Hallers niet in. ‘Je kunt wel zeggen dat moeders het gedrag van kinderen beter kunnen lezen en zich daar op aanpassen. Daarin hebben vaders blijkbaar meer ondersteuning in nodig.’ Een andere oplossing is tijd. Hallers verwacht dat als vaders meer tijd met hun doorbrengen, zij vaker situaties meemaken met hun kind waardoor zij beter kunnen inschatten welke opvoeding daarbij aansluit.
Mannen worden stukken conservatiever in hun opvattingen als ze voor het eerst vader worden, zo blijkt uit onderzoek. Lees meer >>
Testosteron
Een opvallende conclusie uit haar onderzoek is dat het testosteronniveau van vaders ook een rol speelt in hoe vaders opvoeden. Daalt het testosteronniveau, dan zijn ook vaders beter in staat hun opvoeding af te stemmen op het gedrag van hun kind. Met een hogere testosteronwaarde lukt dat blijkbaar minder goed.